Wet van 17 juli 2001 betreffende de machtiging voor de federale overheidsdiensten om zich te verenigen met het oog op de uitvoering van werkzaamheden inzake informatiebeheer en informatieveiligheid

Artikel 1.

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art 2.

De federale overheidsdiensten en de federale publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen zich verenigen met elkaar in één of meerdere verenigingen voor wat hun werkzaamheden inzake informatiebeheer en informatieveiligheid betreft.

Deze verenigingen kunnen slechts de vorm aannemen van een vereniging zonder winstoogmerk als bedoeld in de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend. De leden van dergelijke verenigingen kunnen aan de verenigingen werken inzake informatiebeher en informatieveiligheid toevertrouwen. Het gespecialiseerd personeel van dergelijke verenigingen kan aan hun leden ter beschikking worden gesteld en door deze laatsten in hun schoot worden tewerkgesteld. De zich verenigende leden zijn gehouden tot betaling van de kosten van dergelijke verenigingen in de mate dat zij beroep doen op de verenigingen.

Art 3.

De in artikel 2 bedoelde verenigingen en de verenigingen bedoeld in artikel 17bis van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid kunnen zich op hun beurt tezamen met de Belgische Staat verenigen voor de uitvoering van algemene diensten die de uitvoering van de opdrachten van deze verenigingen rechtstreeks ondersteunen. Dergelijke vereniging kan slechts de vorm aannemen van een vereniging zonder winstoogmerk als bedoeld in de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend. De verenigingen die zich op basis van dit artikel verenigen zijn gehouden tot betaling van de kosten van de vereniging waarvan zij deel uitmaken in de mate dat zij er een beroep op doen.

Art 4.

Deze wet treedt in werking op 1 juli 2001.