Bron DWH_SPFSS_MED

Een verbetering voorstellen

Naam instelling

FOD Sociale Zekerheid

Naam

DWH_SPFSS_MED

Geldigheidsperiode

01/01/2002 - ∞

Coverage/scope

  • De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een handicap, beheert zelf alle dossiers inzake de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. Het gaat hier om de dossiers die vallen onder de wetgeving i.v.m. inkomensvervangende tegemoetkoming en integratietegemoetkoming (IT/IVT), tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) en de oude wetgeving inzake tegemoetkomingen aan mindervaliden (gewone en bijzondere tegemoetkomingen). De taak van de DG Personen met een handicap bestaat in deze dossiers uit: (1) valideren van de vraag of de aanvrager wegens zijn handicap niet in staat is om meer te verdienen dan één derde van wat een gezond persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen (IVT), (2) valideren van de vraag of de aanvrager wegens zijn handicap een gebrek heeft aan of een vermindering van de zelfredzaamheid (IT en THAB), (3) vaststellen van het bedrag van de toe te kennen uitkering, rekening houdend met het inkomen waarover het huishouden van de aanvrager beschikt, en (4) ervoor zorgen dat bij een gunstige beslissing de uitkering wordt uitbetaald.
  • De DG Personen met een handicap speelt ook een rol bij de toekenning van de verhoogde kinderbijslag. De DG valideert de vraag of en in welke mate de aanvrager getroffen is door een aandoening of een handicap heeft. De uitbetaling van de verhoogde kinderbijslag is de bevoegdheid van andere instellingen (RKW/RSVZ; FAMIFED; regionale instellingen). Het bestand DWH_SPFSS_MED van de DG Personen met een handicap bevat dus geen gegevens i.v.m. de betaling maar enkel i.v.m. de erkenning van de handicap. Ten gevolge de zesde staatshervorming werd de bevoegdheid voor de kinderbijslagen vanaf 2019 (en vanaf 2020 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) overgeheveld naar de regio’s. Vanaf 2019 zullen de medische erkenningen van Vlaamse kinderen verdwijnen in het bestand DWH_SPFSS_MED voor nieuwe dossiers. Herzieningen van lopende dossiers blijven zichtbaar in het bestand DWH_SPFSS_MED tot en met 2020. Vanaf 2021/2022 zal er een gefaseerde migratie plaatsvinden van de dossiers van kinderen in Wallonië en kinderen in het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest. De medische erkenningen van kinderen in de Duitstalige Gemeenschap worden voorlopig nog geregistreerd in het bestand DWH_SPFSS_MED.
  • Het bestand DWH_SPFSS_MED bevat de personen met een erkenning van de handicap die recht hebben op een uitkering en degene die geen recht hebben op een uitkering. Daarnaast bevat dit bestand een gedeelte van de personen die een erkenning hebben voor een parkeerkaart of BTW-voordeel.

Periodiciteit

Het bestand DWH_SPFSS_MED wordt geleverd aan het Datawarehouse AM & SB per jaar. Dit jaarbestand bevat alle dossiers waarvan de erkenning van de handicap nog geldig is gedurende minstens één dag van het betrokken jaar.

Observatie eenheid

In het bestand DWH_SPFSS_MED is de erkenning van de handicap de eenheid van observatie.

Structuur

  • Het bestand DWH_SPFSS_MED bevat de gegevens i.v.m. de erkenning van de handicap. Binnen dit bestand wordt een nieuw record gecreëerd indien er een nieuwe erkenning van de handicap plaatsvindt of de bestaande erkenning wordt aangepast. Er kunnen per individu dus meerdere records per jaar voorkomen in dit bestand. Daarnaast bevat dit bestand bepaalde records tweemaal identiek. Deze records zijn tweemaal opgenomen in dit bestand doordat ze enkel variëren in variabelen die niet geïntegreerd zijn in dit bestand. Vermits het gaat om identieke records mag er steeds één worden genegeerd.
  • Vermist de FOD SZ enkel instaat voor de erkenning van de handicap van de kinderen met een handicap in het kader van de verhoogde kinderbijslag, zijn deze personen enkel opgenomen in het bestand DWH_SPFSS_MED.
  • De vijf bestanden kunnen aan elkaar worden gelinkt op basis van het INSZ-nummer. Vervolgens dienen begin- en einddata van de verschillende bestanden gebruikt te worden om relevante lijnen te selecteren. De volgorde die hiervoor moet gehanteerd worden is: a) periodegegevens erkenning van de handicap, b) periodegegevens van recht en c) periodegegevens van betaling. Binnen een periode van erkenning van de handicap kunnen verschillende rechten voorkomen en binnen een periode van recht kunnen verschillende betalingsgegevens voorkomen.

Bijzonderheden/opmerkingen

  • De invoering van de nieuwe wetgeving inzake verhoogde kinderbijslag (art. 3 wet van 24 december 2002) is in verschillende stadia verlopen vanaf 1 mei 2003. Tussen 1 mei 2003 en 1 januari 2007 vielen enkel de aanvragen voor de kinderen geboren vanaf 2 januari 1996 onder de nieuwe wetgeving verhoogde kinderbijslag. Tussen 1 januari 2007 en 1 mei 2009 gold voor de kinderen geboren in de periode van 1 januari 1993 t.e.m. 1 januari 1996 een overgangsregeling. De oude wetgeving bleef van kracht voor alle beslissingen genomen vóór 1 januari 2007. Wanneer die beslissingen vervielen, gingen de kinderen over naar het nieuwe systeem. Wanneer men onder de nieuwe wetgeving een hogere tegemoetkoming had kunnen ontvangen, kon men voor het verleden het verschil aan kinderbijslag ontvangen, met terugwerkende kracht (maximum 5 jaar, beperkt tot 1 mei 2003). Iedere nieuwe aanvraag na 1 januari 2007 viel onder de nieuwe wetgeving inzake de verhoogde kinderbijslag. Vanaf 1 mei 2009 vallen alle aanvragen en herzieningen voor kinderen met een handicap onder de nieuwe wetgeving inzake de verhoogde kinderbijslag. Hierdoor kan het zijn dat kinderen die op 1 mei 2009 tussen de 16 en 21 waren en voor 1 mei 2009 geen recht hadden op de verhoogde kinderbijslag oude wetgeving dat vanaf dan wel konden aanvragen en bekomen volgens de nieuwe wetgeving. Alle erkenningen op grond van de oude wetgeving blijven vanaf 1 mei 2009 van toepassing tot het einde van de reeds lopende geldigheidsperiode. Bij de eerstvolgende herziening, op vraag van de ouders of op het einde van de lopende geldigheidsperiode, wordt automatisch overgeschakeld naar de nieuwe wetgeving. Als blijkt dat de nieuwe wetgeving voordeliger is, krijgt men voor het verleden het verschil aan kinderbijslag, met terugwerkende kracht (maximum 5 jaar).
  • De oude wetgeving inzake tegemoetkomingen aan mindervaliden (27 juni 1969) is enkel nog van toepassing voor de personen met een handicap voor wie deze wet is ingegaan vóór 1 januari 1975. De toepassing van deze oude wetgeving blijft enkel in voege voor deze personen zolang die niet nadeliger is dan de toepassing van de huidige wetgeving. De bestanden van de FOD SZ bevatten in het kader van de oude wetgeving inzake tegemoetkomingen aan mindervaliden enkel gegevens i.v.m. de gewone en de bijzondere tegemoetkoming. De tegemoetkoming voor hulp van derde is enkel in de bestanden van de FOD SZ opgenomen indien deze gelinkt is aan een gewone of bijzondere tegemoetkoming. Gegevens inzake de aanvullende tegemoetkoming, de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden en de tegemoetkoming voor hulp van derde die aan een van deze beide gelinkt is, zijn beschikbaar in het Pensioenkadaster van de RVP.
  • De inkomensvervangende tegemoetkoming, integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor de hulp aan bejaarden worden bepaald door de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkoming aan personen met een handicap.
  • Een individu kan in erkend worden volgens meerdere regelingen, vermits de combinatie van verschillende tegemoetkomingen mogelijk is. Zo kan een individu zowel een IT als een IVT ontvangen, maar er is geen cumul mogelijk tussen IT/IVT en THAB. Binnen eenzelfde regeling kan een individu slechts één dossier hebben.
  • Sinds 1 september 2017 is de bevoegdheid voor de Tegemoetkoming Hulp aan Bejaarden(THAB) overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap voor alle inwoners van Vlaanderen, met uitzondering van de medische erkenning dat een federale bevoegdheid blijft. Vanaf september 2017 hebben de meeste gegevens over de THAB in de databronnen van de FOD SZ dus enkel betrekking op de Duitstalige gemeenschap, Brussel en het Waals gewest. De medische erkenning blijft voorlopig een bevoegdheid van de FOD SZ waardoor het MED-bestand nog steeds de gegevens van de Vlaamse inwoners bevat. Ten gevolge van de gefaseerde bevoegdheidsoverdracht is eveneens nog een kleine fractie Vlaamse records zichtbaar in de RHT-, PAY- en PTN- bestanden voor de jaren 2017 en 2018.

Links

http://handicap.fgov.be/